Naar hoofdstukken Naar Home

HOOFDSTUK 12

een veer

12. MR NICOLAES JANSZ BULL (1620/1630 - † tussen 1692/1698)
(Gehuwd met Hermtje Hendriks Ravens ..1625 - † tussen 1692/1698)



De nazaat van Jan Bull en ...... (stamnummer 13.) wordt besproken.

Voorouders van Mr Nicolaes Jansz Bull


Jan Bull stamnummer 13.

Voor zover bekend begint het leven van Mr Nicolaes Jansz Bull rond 1620-1630. Het is niet bekend waar hij is geboren. Als hij in 1664 voor de 2e keer te Amsterdam huwt dan is hij weduwnaar en woont hij te Blokzijl. Maar van wie? In Blokzijl (huw. tussen 1631-1659) en Amsterdam is het 1ste huwelijk niet gevonden. De vraag is dus nog altijd waar komt Mr Nicolaes Jansz Bull vandaan en wie zijn zijn ouders?

Het beroep dat Mr Nicolaes Jansz Bull uitoefent is vermoedelijk chirurgijn. Dit gegeven is te vinden in het boek over Blokzijl: "Blokzijl een Wandeling door de Eeuwen" geschreven door Fr.M. Wiedijk, betreffende het geschil met meester Jan in 't Hoetjen, schoolmeester en herbergier, welke door meester Bull, de chirurgijn, in 1686 wordt aangeklaagd, daar hij te zijnen huize onzedelijkheid aanmoedigde. De schrijver van genoemd boek vertelde ons dat dit gegeven afkomstig is uit de rechtelijke boeken. Zeker is wel dat Mr Nicolaes Jansz Bull een meester was.

De chirurgijn (had de titel van Mr) was een medisch behandelaar in de middeleeuwen en vroegmoderne tijd. Het vak van chirurgijn kwam voort uit het werk van de barbier en hield zich vooral bezig met zaken waarbij bloed tevoorschijn kwam. Dit in tegenstelling tot de universitair opgeleide artsen die zich met interne geneeskunde bezighielden.

Schip in de kerk van Blokzijl De Noorderkade Blokzijl
Links: een schip in de kerk van Blokzijl
Rechts: De Noorderkaij in Blokzijl in de 20ste eeuw

Het eerste dat we van Mr Nicolaes Jansz Bull weten is dat hij op 5-12-1664 te Amsterdam huwt (hij is dan weduwnaar, onbekend is wie zijn 1ste echtgenote was) met de 39 jarige Hermtje Hendriks Ravens. Zij wordt geboren in 1625 te Blokzijl? maar woont dan in de Coningsdwarsstraat te Amsterdam. Hermtje Hendriks Ravens is een dochter van Hendrik Ravens.

In de trouwacte staat helaas niet vermeld waar Mr Nicolaes Jansz Bull wordt geboren en van wie hij weduwnaar is. Het zou dus heel goed kunnen dat er uit z'n eerste huwelijk kinderen zijn voortgekomen. Hermtje Hendriks Ravens is 39 jaar als zij huwt met Mr Nicolaes Jansz Bull, dus nemen we aan dat Mr Nicolaes Jansz ongeveer ook die leeftijd zou kunnen hebben als hij met Hermtje huwt.

De tekst van de trouwacte luidt als volgt:
"Zijn ingeteckent op d'acte van Petrus Leonardus, predikant tot Blokzijl: Nicolaes Jansz Bull, weduwnaar wonend tot Blokziel en Hermtje Hendriks Ravens van Blokzijl, oud 39 jaar wonend in de Coningsdwarsstraat te Amsterdam. De gegevens zijn tot Blokziel ons doorgegeven Getekend: Hermpje Ravens". De trouwacte in Blokzijl is niet te achterhalen omdat in de archieven een hiaat zit over de periode 1659-1685.


Trouwacte Amsterdam. Bron: ondertrouwregister Amsterdam

Er wordt één zoon geboren:

12.1. Hendrick Nicolaesz Bull 17-4-1667 - † tussen 1697/1700
Hij gaat verder als stamnummer 11. Zie hoofdstuk 11.

Het is in die tijd gebruikelijk dat de eerste zoon naar zijn grootvader van vaders kant wordt vernoemd, de tweede zoon naar zijn grootvader van moeders kant, de derde zoon naar de vader en eventuele verdere familie. De vader van Mr Nicolaes Jansz Bull heet Jan. Dit zou kunnen inhouden dat Hendrick Nicolaesz niet de eerste zoon van Mr Nicolaes Jansz Bull is. Hendrick Nicolaesz is hoogstwaarschijnlijk vernoemd naar de vader van Hermtje Hendriks Ravens.

Het gezin van Mr Nicolaes Jansz Bull en Hermtje Hendriks Ravens gaat wonen op de Noorderkaij te Blokzijl. Dit gegeven is gevonden in diverse stukken o.a. in hypotheekactes/leenactes, in de vuurstedenbelasting en de verpondingsgelden. Mr Nicolaes Jansz Bull woont in ieder geval op 8 mei 1671 al op de Noorderkaij, dat is te lezen in de leenacte van Marten Henric Boot en Boertien Roelofs (bron: Schoutambt Vollenhoven).
Het echtpaar woont in 1686 nog altijd op de Noorderkaij, strekkend aan de voorkant vanaf de Kaaij, en de achterkant tot aan de Groenestraat, alwaar ten zuiden de brouwer Maarten Boot en ten noorden de erfgenamen van Renner Trompetter wonen.

Noorderkaij Blokzijl
De Noorderkaij Blokzijl

Dat Blokzijl een levendige handel kende blijkt wel uit het grote aantal zakelijke overeenkomsten die in de archieven te vinden is. Ook van Mr Nicolaes Jansz Bull bestaan er tal van overeenkomsten, die echter allen met het lenen en terugbetalen (rente) van geldsommen te maken hebben, waarvan de eerste dateert van 25-11-1675 en de laatste van 16-4-1692. Dit gebeurde in die tijd niet bij "banken" zoals we ze heden ten dagen kennen, maar bij personen die geld genoeg bezaten om het uit te lenen, de zgn. leenmannen. De voorlopers van de bankiers.

Een Leenacte/Hypotheekacte van 25 november 1675, met een aantekening uit 13-5-1680, van Mr Nicolaes Jansz Bull en zijn echtgenote Hermtje Hendriks Ravens. Uit de acte blijkt dat Mr Nicolaes Jansz Bull geld moet betalen om in het huis, staande op de Noorderkaij, te wonen, een zgn. verhypothiserend bedrag (bron: Schoutambt Vollenhoven)

De omschrijving van deze acte luidt als volgt:
"Compareerde Mr Nicolaes Bull en Hermtien Ravens Echtelieden en zij Hermtien in deze geattisteerd zijnde met harer voornoemde man en momboir, en hebben bekent wel en deugdelick schuldig te wezen aan Femtien Peters, wed. van Jan Annis, een somma van twee hondert caroler gulden (1 gulden=20 stuivers 1 stuiver=5 penningen), haarcomende derhalve de 1/10 reptu van ongetelde gelde, en alles wantellinge belovend en de annemend dezelve te verrente jaarlijks met twaalf deugelijke guldens, zijnde 6 ten hondert waar van de eerste rente zal horen te verschijnen a dato dezer over een jaar en alzoo continuerend van jaar tot jaar, ter tijd der loss, die welcke zal come en moge geschieden zoo wanneer dezelve van een van beide zijde een vierendeel jaar voor den verschijndag aengekondigt zal zijn, en verhijpothiserend daarvoor in haare huys en hoff zoo bij haar zelve bewoont word, staande en gelegen op de Noorderkaij, alwaar te zuide Maarten Boot (Brouwer) en ten noorde de erfgename van Rennier Trompetter naast gehuijst zijn, streckend voor van Kaij tot achter an de Groene straat, en voorts generalick alle hare andere goederen, zoo roerend als onroerend acte en credits, procenten en toekomende geene Van allen uitbezondert, om daaraaan en ... van die, met alles de jaarlijkse rente, waar ook ten tijde van losse het capitaal zelve coste en schadeloos te comen en te mogen verhalen."


Mr Nicolaes Jansz Bull treedt op 6-3-1678 op als cornotis bij het opmaken van een acte van...

Leenacte 16 april 1679 Mr Nicolaes Jansz Bull met de aantekening dat op 19 januari 1677 voor het Schoutengerecht van Cuinre een lening is afgesloten? (bron: Schoutambt Vollenhove)

Leenacte 15 mei 1680 Mr Nicolaes Jansz Bull met een aantekening van 30 oktober 1680. Bij de afsluiting van de geldlening is Mr Nicolaas niet aawezig. Geleend wordt 200 caroler gulden (bron: Schoutambt Vollenhoven)

Links: Leenacte 12 juli 1682 Mr Nicolaes Jansz Bull met een aantekening van 1 oktober 1687. Mr Nicolaes leent een bedrag van 145 caroler gulden en woont dan nog altijd op de Noorderkaij naast de grutterij (bron: Schoutambt Vollenhoven)
Rechts: Leenacte 25 juli 1682 Mr Nicolaes Jansz Bull met een aantekening van 22 mei 1697. Mr Nicolaes leent een bedrag van 100 caroler gulden (bron: Schoutambt Vollenhoven)


Leenacte van 13 juni 1686 van Mr Nicolaes Jansz Bull (bron: Schoutambt Vollenhoven)

Hypotheekacte uit 1686 Hypotheekacte uit 1686
Leenacte van 11 november 1686 van Mr Nicolaes Jansz Bull met een aantekening van 19-1-1688 (bron: Schoutambt Vollenhoven)


Leenacte van 16 april 1692 van Mr Nicolaes Jansz Bull met een aantekening van 22-5-1697 en 10-6-1698. In 1698 wordt de leenacte geroyeerd en is de schuld afgelost (bron: Schoutambt Vollenhoven)

Gouden carolus gulden Zilveren carolus gulden
Links: gouden carolus gulden. In 1521 voert keizer Karel V een munt in die de carolus wordt genoemd. De gouden Carolus is onderverdeeld in 20 stuivers, een indeling die bijna 500 jaar ongewijzigd blijft. Ook al verdwijnt de aanduiding stuiver in de 19e eeuw om plaats te maken voor 5 cent, in de volksmond blijft het muntje een stuiver genoemd worden.
Rechts: zilveren carolus gulden. Na de gouden carolus van 1521 komt in 1582 de zilveren carolus, die tot 1680 gold als (eerste) eenheidsmunt voor de Zeventien Provinciën. Deze munt is de eerste met een "kop" (van de keizer)
Mr Nicolaes Jansz Bull komt ook nog enige malen voor in de belastingboeken van Blokzijl
Mr Nicolaes Jansz Bull bezit een huis aan de haven met twee vuurplaatsen, voor elke vuurplaats moet belasting worden betaald. In 1682 moet meester Nicolaes weer vuurstedenbelasting betalen, hij kan echter niet betalen en betaalt dit dan in 1683.
Burgemeester Roelof Velthuijs betaalt in 1751 vuurstedenbelasting voor 1 openhaard en 1 oven; hierbij staat vermeld "het huis waar voorheen meester Nicolaes Bul woonde".

Meijster Nicolaes Bul, met een lege waterige kelder die niet bewoond wordt, moet voor z'n schoorsteen ook vuurstedenbelasting betalen. In hetzelfde jaar moet hij ook verpondingsgelden (of hoofdgelden) betalen. Dit is te vergelijken met de tegenwoordige vermogensbelasting. Naarmate men meer kapitaal bezit moet een hogere "penning" betaald worden. Mr Nicolaes Jansz Bul betaalt aan de 35e penning 2 caroler gulden (voor iedere 35 penningen moet men een penning betalen) terwijl zijn geschatte kapitaal 500 carolus gulden is.


Aanslag vuurstedengeld 1675 Blokzijl voor 2 schoorstenen: Meester Nicolaes (Bul); hij heeft een lege waterige kelder


Aanslag vuurstedengeld 1682 Blokzijl voor 2 schoorstenen: Meester Nicolaes Bul

Aanslag vuurstedengeld 1682 Blokzijl, betreft een waterige kelder: Meester Nicolaes Bul

Aanslag vuurstedengeld 1751 Blokzijl, betreft een copie uit het oude cohier van het jaar 1682 Noorderkaij, 1 oven en 1 schoorsteen. Later woont hier burgemeester Roeloff Velthuijs (burgemeester van 1760-..)


Aan Mr Claas Bul wordt op 7-10-1690 2,8 car.gulden betaald (luit quit: hij zou niet stoppen)

Nicolaes Jansz Bull wordt ook nog diverse keren in leenactes van andere inwoners van Blokzijl genoemd omdat hij daar b.v. naast of in de buurt woont, o.a. in de leenacte d.d. 6 januari 1677 van Marten Henric Boot en Boertien Roelofs en in de leenacte van 8 mei 1671 Marten Henric Boot en Boertien Roelofs.

Ook komt meester Nicolaes Jansz Bull nog voor in de gerechtsboeken van het Drostambt Vollenhove (de drost is de persoon die recht spreekt in een bepaald gebied). Het Drostambt Blokziel (Blokzijl) viel toen onder Vollenhove.

Op 22-3-1686 komt voor de Drostambt Vollenhove op de rechte de zaak van Teunis Coenraad contra Mr Nicolaes Bul; Mr Nicolaes Bul wordt gelast Teunis Coenraad ongemoeid te laten. Bij in gebreke blijven hiervan zal hij zelfde worden verzien (=vervolgd). Nicolaes en Teunis zijn blijkbaar geen vrienden van elkaar.


Geschil Teunis Coenraad contra Mr Nicolaes Bul. Bron: Drostambt Vollenhove

4-5-1686: het geschil i.v.m. het huwelijk van zijn zoon Hendrick Nicolaesz Bull met Jeijtje Gabriels Chabes. Zie stamnummer 11/hoofdstuk 11.

Tot zover meester Nicolaes Jansz Bull. Wanneer hij overlijdt is niet te achterhalen omdat ook in de begraafboeken van Blokzijl hiaten zitten. In ieder geval is zeker dat hij in april 1692 nog in leven is gezien de leenacte van 16 april 1692 te Blokzijl. Ook zijn echtgenote Hermtje Hendriks Ravens is dan nog in leven. Vermoedelijk is hij en zijn echtgenote overleden tussen 1692/1698 want in 1698 wordt de leenacte geroyeerd en is de schuld afgelost.


Geschiedenis tijdens het leven van Mr Nicolaes Jansz Bull


Staande aan het begin van de Gouden Eeuw heeft Blokzijl, als een klein Amsterdam, alle mogelijkheden om uit te groeien tot een "stad", met de Zuiderzee als toegang van de toen bekende wereld. In deze opbloeiende eeuw wordt Mr Nicolaes Jansz Bull geboren. Hij woont in een huis aan de toen al vrij belangrijke vrijhaven van het "fort" Blokzijl. Dat het inderdaad een belangrijke haven is mag blijken uit een aantal van maar liefst 160 "karveel"- en "smakschepen", naast talloze andere kleinere schepen en vaartuigen, die Blokzijl als thuishaven hebben. En dat voor een gemeenschap van ten hoogste 1300 inwoners.

De haven van Blokzijl
Gezicht op de binnenhaven van Blokzijl met links langs de kade een tjalk. Op de achtergrond koopmanswoningen aan de Bierkade
Rechts op de achtergrond de kerk

Mr Nicolaes Jansz Bull wordt geboren tijdens de Tachtigjarige oorlog (is de naam voor de opstand en strijd in de Nederlanden van 1568 tot 1648 met een Twaalfjarig Bestand in de jaren 1609-1621) welke begint als opstand in één van de rijkste gebieden van Europa tegen het machtigste rijk in Europa: het Spaanse Rijk onder Filips de tweede. Aanvankelijk trekken de uit zeventien gewesten bestaande Lage Landen min of meer gezamenlijk op, vanwege een combinatie van religieuze, bestuursrechtelijke en fiscale redenen. Blokzijl is gedurende de Tachtigjarige oorlog een tijdlang een Staatse enclave in Spaans gebied en kent in die tijd zijn grootste bloei.

Tijdens deze Tachtigjarige Oorlog wordt Blokzijl door Diederich van Sonoy in 1581 versterkt om zo aan de oostzijde van de Zuiderzee een steunpunt voor de Staatse vloot en een uitvalsbasis voor de troepen tegen de Spanjaarden te krijgen. De naam Blokzijl, ofwel versterkte sluis, is toen ontstaan.

Op 18 januari 1590 krijgt Blokzijl zelfbestuur, een zegel, een wapen en een vlag. Het wapen bestaat uit een zilveren veld, het hoofd azuur, waarop een gouden blok boven een zwarte zijl (sluis). De vlag vertoont 4 horizontale banen in de kleuren blauw, wit, geel en zwart. Rond 1600 krijgt Blokzijl van Prins Maurits diverse privileges, zoals het recht burgemeesters te benoemen en toestemming tot het oprichten van een waag. Het fort Blokzijl ontstaat in 1602. Er vestigen zich turfschippers en vrachtvaarders, die ook voor het vervoer van troepen zorgen. Daarnaast komt er steeds meer bedrijvigheid in de vorm van neringdoenden, bierbrouwerijen, scheepstimmerwerven en andere ambachten.

Wapen Blokzijl verleend 18 januari 1590 Vlag Blokzijl verleend in 1590 Wapen Blokzijl uit een latere periode
Links: het wapen van Blokzijl 18 januari 1590
Midden: vlag van Blokzijl verleend in 1590
Rechts: wapen van Blokzijl uit een latere perode

De bestuurders van Blokzijl moeten in 1593 een publicatie uitvaardigen waarin het correct gebruik van de vlag wordt bevolen, speciaal voor de schippers die nogal eens verkeerd of versleten textiel als vlag voeren. Men gaat zelfs zo ver in de aanbeveling, dat de bevolking wordt opgeroepen om de dichtsbijzijnde stenen op te rapen om die naar de schepen te gooien die geen correcte vlagvoering hebben "opdat men uit moedwil of dertelheid Zijner Exellentie's gunst niet zoude kleinachten!"

Blokzijl kent ook een flink aantal gilden: het schippersgilde, het kleermakersgilde, het schoenengilde, het timmerluigilde, bakkersgilde, bierbrouwersgilde. Circa 1590 worden vier Gildemeesters of Dekens aangesteld. Dat blijkt uit een acte ondertekend door de Landdrost van Vollenhove en "Casteleyn to Cuyndere": Johann Sloet van 30 januari 1589. De gildemeesters moeten toezien op de vrachtverdeling en vrachtprijzen, op het onderhoud en de bemanning, maar ook op de schippers van buitenaf die in Blokzijl willen laden en lossen.

Na de 80-jarige oorlog verdwijnt de katholieke Spaanse overheersers onder leiding van Filips de tweede en z'n "generaal" Alva. Vele katholieke sympathisanten trekken mee terug uit de Nederlanden richting het zuiden.

Vertrek van Alva
Vertrek van Alva. Afbeeldinghe, ende Beschrijvinghe van alle de Veld-slagen, Belegeringen, en and''re notable geschiedenissen, ghevallen in de Nederlanden, Geduerende d''oorloghe teghens den Coningh van Spaengien: Onder het beleydt van den Prince van Oraengien, ende Prince Maurits de Nassau, etc. Van weghen de Hooch-Moghende Heeren Staten der Vereenichde Nederlanden

Ook in Blokzijl doet dan de Hervormde gedachte zijn intrede. Een nieuwe kerk (de Nederduits Gereformeerde kerk), de eerste in het "dorp", wordt in "stukjes en beetjes" gebouwd tussen 1606 en 1662.

Ondanks de voorspoed is 1672 een rampjaar in Holland. Holland raakt in oorlog met Frankrijk, Engeland, Munster en Keulen. De bisschop van Munster: Christoph Bernard van Galen, beter bekend als Bommen Berend, valt het oostelijke deel van ons land binnen en 200 ruiters onder leiding van Overste Twikkelo rijden op 17 juni 1672 Blokzijl binnen. Op 23 augustus echter komen 450 soldaten uit Friesland ze weer verdrijven. Toen ook de bevolking van Blokzijl de Munsteraren aanvielen moeten deze laatste na een bloedige strijd de wijk nemen. De Overste Twikkelo sneuvelt hierbij. Mede door deze heldhaftige strijd van de Blokzieligers verleent stadhouder Willem III Blokzijl stadsrechten op 19 oktober 1672. Dit wordt later uitgebreid met een eigen rechtspraak. Deze eigen rechtspraak wordt, na protesten van onder andere Ridderschap en Steden van Overijssel en de Drost van Vollenhove, in 1675 alweer ingetrokken en ook de andere privileges zijn van korte duur.

Na 1672 krijgt Blokzijl te maken met ernstige verzanding van de haven, hongersnoden, watervloeden, pest en door deze ziekte veel wezen. Na dat rampjaar volgt een gering herstel, maar de vroegere grote bloei, die ook Blokzijl heeft gekend, komt niet meer terug.

Dorpsheks

Ook Blokzijl heeft een dorpsheks (1650-1668). Mr Nicolaes Jansz Bull heeft deze ook waarschijnlijk gekend. Het verhaal vertelt alsvolgt: Jacob Jansz Diephout en Jantjen Hermenscohter hebben een dochtertje, dat, tot hun grote verdriet, van de Boze Geesten bezeten blijkt te zijn. Haar gewicht was het ene moment ontilbaar zwaar en het andere moment kon zij zweven. De Chirurgijn Jan ten Thooren probeerde eens haar, met behulp van drie sterke kerels van de grond te tillen, maar dat lukte niet. Dominee Leonard van Blokzijl en dominee Voltenen van Blankenham bezochten haar, om haar in het Latijn te bezweren. Een ander persoon probeerde het met Het onze Vader in het Frans, maar werd in die, voor het meisje, vreemde taal zo uitgescholden dat hij niet verder kon bidden. Wanneer één der Boze Geesten haar lichaam verliet, roken verscheidene personen een vreselijke stank. Het meisje draaide dan als een tol en bleef voor dood liggen. Het verhaal gaat verder met plagerijen en andere tekenen van de Geesten, totdat in 1668 het meisje, op achttienjarige leeftijd overlijdt, nadat haar hoofd bijkans achterstevoren stond, maar recht kwam bij de laatste snik. Hiervan werd een verslag opgetekend en werd mede-ondertekend door Willem Valk, Burgemeester en Jan Engelsman, Advocaat/Notaris op 4 februari anno 1696.



Naar hoofdstukken Naar Home
Valid HTML 4.01 Transitional